De achterhand is de motor van het paard.

In de achterhand bevindt zich een anatomisch complex gebied dat bij de voortbeweging een hele grote rol speelt. De onderdelen van dit gebied zijn het bekken, het heupgewricht, het LS-gewricht en de SI-gewrichten.

Veel problemen in de voortbeweging komen vanuit beperkingen in de achterhand: problemen in deze verbindingen kunnen zorgen voor grote spanning in de spieren van de achterhand en in de rug. En dat geldt ook andersom.

De spanning wordt bijvoorbeeld zichtbaar door moeite met aanspringen in galop, stijfheid van de achterbenen, moeite bij het oppakken van de achterbenen (bijvoorbeeld bij het uitkrabben) of verminderde impuls.